‘t Schilderijtje dat ie twee jaar geleden van z’n opa en
oma gekregen heeft – een Jezus die de lammeren zegent - hangt nog steeds boven z’n bedje en ‘t
inspireert ‘m ook nog steeds tot allerlei gefilosofeer.
‘Geloof jij in God?’ wilde ie gisteravond, vlak voor
‘t slapengaan van me weten. Daar wist ik geen antwoord op. Maar hij wel. Hij
geloofde er niet in. Want Sinterklaas en de Kerstman bleken ook niet te bestaan. Hij
was er ook achter gekomen dat er in Engeland helemaal geen enge mensen woonden,
maar Engelsmannen en Engelsvrouwen. En koeien konden helemaal niet spugen. Dat
waren lama’s die dat deden. Had de juf ‘m gezegd. Waarom had ik ‘m dat al die jaren nooit
verteld?
‘Dat weet ik ook niet,’ zei ik en gaf 'm een zoen. ‘En nu niet meer zo lang blijven nadenken, hè? Ga maar lekker slapen.’
Terug op de bank in de woonkamer met een mok koffie voor m'n neus vroeg ik me af: of mijn manier van opvoeden wel de goede is?
Tot dusver had ik ‘m niks geen wijsheden over God en Jezus en al die ander geloven bijgebracht. Daar mocht ie zich later als jongeling wel in verdiepen. Maar ondertussen had
ik ‘m wel mooi voorgelogen over de Kerstman en Sinterklaas. En dat over
Engeland, daarover had ik ‘m destijds in de waan gelaten omdat ik me moest beheersen om
‘t niet uit te proesten van de lach. Want ‘n kind dat uitgelachen wordt is ten
diepste beledigd, voelt zich niet voor vol aangezien. En ze zijn vergeleken met
ons, volwassenen, al zo klein.
Groetjes,
Sophia Désedan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten