zondag 31 maart 2013

Voortzetting revisie roman ‘De IJskoning.’


Omzetting
De afgelopen week ben ik voor het eerst sinds 21 oktober 2012 weer verder gegaan met de revisie van mijn roman ‘De IJskoning.’
Die revisie houdt o.a. in: de tekst geschreven vanuit een vertellende ik grotendeels omzetten als geschreven vanuit een belevende ik.
Hierdoor raakt de lezer meer betrokken in het verhaal: de lezer kijkt nu in plaats van door de ogen van de schrijver, door de ogen van het hoofdpersonage.

Gebrek aan ervaring
Waarom had ik oorspronkelijk voor een vertellende ik gekozen? Mijn hoofdpersonage heeft een afwijking die ikzelf niet heb. Je kunt duizend boeken hebben gelezen over die afwijking, het risico blijft dat je volkomen de plank mis slaat.

Het enige wat telt
Een schrijver moet zich niet laten afleiden door zijn angsten. Een schrijver moet risico’s durven nemen. Als zijn tekst af is, kan hij die altijd nog voorleggen aan iemand met die specifieke afwijking.
Misschien zegt die persoon dan: ‘Ikzelf had het anders, maar niet mooier kunnen omschrijven.’
Mooi meegenomen. Maar een echte schrijver gaat niet op complimentenjacht. Het gaat niet om de schrijver. Het enige wat telt, is de roman.

Situatie
Vooral de eerste elf hoofdstukken van ‘De IJskoning’ waren tot aan de vorige versie toe vanuit een vertellende ik geschreven. Daarin blikt het hoofdpersonage Patrick Vernooi o.a. terug op zijn vroegste jeugd. Ook had ik in die eerste hoofdstukken chronologisch het eerste jaar van zijn vriendschap met Caspar van Blokland neergezet, om pas daarna – op pagina 70 – zijn toekomstige vriendinnetje Zita Rozenmond op het toneel te laten verschijnen.

De verbouwing
In de nieuwe versie, waaraan ik sinds 2010 met enige regelmaat werk, heb ik de hele chronologie overhoop gegooid. Zo wisselen de hoofdstukken over Caspar en Zita elkaar nu af, waardoor er een grotere spanningsopbouw ontstaat: wat heeft die Caspar van Blokland te maken met de vriendschapsontwikkeling tussen Patrick en Zita?
In deze nieuwe versie zijn ook de vroegste jeugdervaringen niet meer als terugblik-vertellingen weergegeven, maar als traumatische direct-ervaringen. Momenteel staan ze ver over de eerste helft van de roman heen. Dit omdat ze in het begin van de roman eigenlijk te veel het handelen van Patrick naar Zita toe verklaren. 

Spanningsbogen kleiner maken
Door deze verbouwing verschijnt nu Zita al op pagina 31. Ondanks dat zij meteen in het tweede hoofdstuk en daarna nog regelmatig even wordt genoemd, zullen sommige lezers dit nog steeds betrekkelijk laat vinden. Maar het in de eerste pagina’s van Sándor Márai’s ‘Gloed’ aangekondigde bezoek verschijnt ook pas op pagina 55. En dat is pas echt laat voor een roman van 156 pagina’s.

Spanningsbogen groter maken
Wanneer het uit is geraakt met Zita, wanneer Patrick is verhuisd naar een andere stad om er te gaan studeren en denkt eindelijk van de last van zijn ouders verlost te zijn – juist dan komen bij hem die vroegste jeugdherinneringen naar boven. Pas dan wordt Patricks gedrag naar Zita toe verklaarbaar.

Waarheen nu met die vroegste jeugdherinneringen?
Die vroegste jeugdherinneringen weergegeven als een traumatische direct-ervaring, mogen natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. Ze dienen voort te komen uit de dingen die Patrick Vernooi tijdens zijn studentenjaren meemaakt. Ze mogen ook niet chronologisch en als afgeronde eenheden worden weergegeven, want zo werkt het menselijk geheugen over het algemeen niet.
Een mooie uitdaging voor de komende tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten